In de jaren ’70 viel het doek voor een reeks oude stationsgebouwen. Het betroffen voornamelijk landelijke stations gelegen langs een diesellijntje. De stationsgebouwen moesten worden vervangen voor nieuwbouw, de zogeheten standaardstations, ontworpen door architect C. Douma. Er zijn verschillende types van de standaardstations, het type wat Geovorm heeft uitgebracht is naar voorbeeld van onder andere station Buitenpost, Veenwouden en Didam. De gebouwen waren dan wel eenvoudig, ze waren in ieder geval nog bemand en voorzien van een verwarmde wachtruimte.

Het bouwpakket bestaat uit 40 onderdelen, waarvan voornamelijk Styreen en Resin. In dit verslag wordt een stationsgebouw als jaren ’80 uitvoering gebouwd. De onderdelen worden voor het plaatsen eerst geschilderd, dit zorgt ervoor dat het er strakker uit ziet en er geen verf op verkeerde onderdelen terecht kan komen.

Er wordt als eerste begonnen met het schilderen van de kozijnen. De kozijnen worden voorzien van Revell mat 84. Het verven hiervan zal in meerdere fases moeten worden gedaan. Eerst de bovenkant, en vervolgens wanneer de verf is opgedroogd en de panelen zijn geplaatst de achterkant. De panelen worden met Revell mat 76 op kleur gebracht, en na opgedroogd te zijn bevestigd aan de kozijnen. Het bevestigen kan met plastic lijm of secondelijm worden gedaan. Inmiddels is er één kant van de kozijnen af. Nu kan de achterkant met mat 84 worden geverfd.

Bij twee van de zeven kozijnen zit een deur. Deze deuren krijgen een rode kleur, namelijk Humbrol mat 60. Naast het schilderen van de deuren komen er ook deurklinken op. Deze worden niet meegeleverd, maar zijn eenvoudig te maken door een NS-logo op een blauwe achtergrond met het formaat 1,5 bij 1,5 millimeter uit te printen en op te plakken.

Hierna hoeft er nog maar één ding te gebeuren aan de kozijnen, en dat is het plaatsen van de ramen. Het doorzichtige plastic wordt eerst op maat geknipt, let hierbij op dat er voldoende ruimte over blijft aan de randen van de kozijnen, zodat wanneer de kozijnen aan elkaar worden gelijmd alles nog goed aansluit op elkaar. Let ook op: in de gebruiksaanwijzing wordt niet vermeld dat de drie kozijnen voor de uitbouw nog op maat moeten worden gesneden. Er moet zo’n 5 millimeter aan de bovenkant van de kozijnen worden afgesneden om de uitbouw passend onder het dak te maken.

Ook de overige onderdelen krijgen een kleurtje. Zo wordt de ondergrondplaat in betonkleur geverfd met verf op waterbasis van Faller (artikelnummer 180507). De steunbalken worden met Revell mat 8 behandeld. De drie Resin onderdelen krijgen de juiste baksteen kleur. De lichte stenen worden met Revell mat 88 en Revell 302 nagebootst. Door een klein beetje wit bij mat 88 te mengen, komt er de juiste baksteen kleur uit. Het “schoorsteen” onderdeel wordt Revell mat 84 geschilderd. Als de verf eenmaal is opgedroogd kunnen de muren worden gevoegd. Het voegen zorgt voor meer detail in de muren. Dit kan met voegpasta van Anita Decor worden gedaan, maar ook door verf op waterbasis uit te smeren over de muur, en het vervolgens gelijk weg te vegen. Daardoor blijft de verf enkel achter in de voegen. De hierbij gebruikte waterverf is Heki 6601.

Als de stenen zijn gevoegd kunnen de deuren worden geverfd. Ook kan het schoorsteen onderdeel af worden gewerkt door het dak te schilderen, of met schuurpapier een dak uit te beelden en als laatste de sierrand te plaatsen. De sierrand is met Revell mat 76 geverfd.

Als de kozijnen, Resin onderdelen en steunbalken af zijn, kan het stationsgebouw voor een groot gedeelte in elkaar worden gezet. Lijm de steunbalken als eerste vast aan de Resin onderdelen. Dit zorgt ervoor dat de kozijnen straks gemakkelijker op hun plek zijn te houden. De kozijnen kunnen nu namelijk aan de steunbalk vast worden gelijmd, en hoeven pas daarna aan de onderplaat vast worden gezet.

Als de kozijnen eenmaal op hun plek zitten kan het eventuele interieur en detaillering worden aangebracht. Als het dak er eenmaal op zit zal dit niet meer kunnen. De mate waarin de detaillering kan worden aangebracht is vanzelfsprekend naar eigen smaak te doen. De stationsset van Artitec is een aanrader om het een en ander mee aan te kleden.

Er kan nu aan het laatste onderdeel worden begonnen: het dak. Als eerste wordt de dakbedekking gerealiseerd. Voor de dakbedekking wordt dezelfde manier gebruikt als bij de “schoorsteen”. Schuurpapier van korrel 180 wordt gebruikt om dakbedekking te suggereren. Leg een vel schuurpapier omgedraaid neer en plaats de dakplaat er bovenop. Het schuurpapier kan nu gemakkelijk op maat worden over getrokken met een hobbymes. Als het schuurpapier is vastgelijmd aan het dak kan het met Revell mat 8 worden afgewerkt. Inmiddels kunnen de randen van het dak worden geplaatst. De randen zijn met Revell 302 voorzien van een witte kleur. Het laatste wat eventueel kan worden gemaakt is het bord van de desbetreffende spoorwegmaatschappij, in dit geval NS. Doormiddel van vijf onderdelen kan een bord eenvoudig worden gemaakt. Maak twee pootjes van 0,5 x 0,5 millimeter styreen, en schilder deze zwart. Snijd 1 millimeter dik styreen in de maat 20 x 9 millimeter, en schilder de randen grijs met Revell mat 76. Print vervolgens twee keer het NS-logo uit en plak deze aan beide kanten op. Wat resteert is het plaatsen van het bord op het dak, en het station een plekje geven.



Samenvattend is het station een fraai bouwpakket wat naar eigen smaak en detaillering kan worden vervaardigd. Buiten dat is het een goede optie om kennis te maken met het werken met styreen.